|
|||
De Casino organiseert met de regelmaat van een klok de ‘Casino Boite’. Dit concept bestaat erin dat ze Belgische (relatief) nieuwe bands aan mekaar koppelen voor een dubbeloptreden. Vanavond was de link waarschijnlijk muzikale koppels want zowel bij The Antler King als bij Eriksson Delcroix vinden we een koppel terug dat ook in het dagelijkse leven lief en leed deelt. Bij The Antler King hebben we het dan uiteraard over Esther Lybeert en Maarten Flamand, terwijl bij Eriksson Delcroix, Nathalie Delcroix en Bjorn Eriksson niet alleen voor de groepsnaam zorgen maar ook mekaars geliefden zijn. Een gedurfde combinatie van de Casino waar we met hoge verwachtingen naartoe gingen. We zagen beide bands nog niet zo lang geleden afzonderlijk aan t werk en haalden toen onze loftrompet boven voor al dat moois. Gedurfd ook omdat beide bands muzikaal op t eerste zicht weinig met mekaar te maken hebben, of toch net wel? De spits wordt afgebeten door The Antler King. Sinds ze hun album ‘Ten For A Bird’ uitbrachten gaat hun populariteit gestaag de hoogte in. En terecht. Zo staan ze mooi geprogrammeerd op het Gentse Jazzfestival. Er wordt heel fragiel subtiel afgetrapt met ‘448 Figures’ om dan direct een versnelling hoger te schakelen in ‘Foreign Land’ en ‘Pixie-Led’. Fascinerend om te zien hoe beiden al multi-taskend mekaar aanvullen. Esther, ooit in een ver verleden de allereerste zangeres bij Hooverphonic, zingt niet alleen, ze drumt ook nog en beroert de toetsen op haar keyboard. Soms neemt ze dan weer een ‘bullit’microfoon – zo geliefd bij smoelschuivers – bij de hand om haar zuivere stem wat meer te doen kraken. Maarten van zijn kant is het levende bewijs dat niet enkel vrouwen meerdere dingen tegelijkertijd kunnen uitvoeren. Gitarist, zanger, bassist op kousenvoeten en met diezelfde voeten bedient hij zijn loopingmachine. Straffe kerel als je het mij vraagt. Hun muziek klinkt donker, soms onheilspellend, dan weer opgewekt maar steeds gebracht met een gedreven passie en vakmanschap. Bijna alle nummers die ze vandaag brengen komen uit hun nieuwste album. ‘Patterns’ uit het gelijknamig album en ‘Shoe Shining Goodbye’ vormen hierbij de uitzonderingen. Dit laatste nummer kan je via een digitale code downloaden, een code die je meekrijgt als je hun elpee of cd koopt. Via ‘Siberian Times’, een nummer over de smeltende ijskappen – brandend actueel momenteel met de klimaatspijbelaars en de vele marsen voor het milieu en natuur – komen we bij hun hitsingle ‘Orange Monkey’. Blijkbaar werd dit nummer geschreven tijdens de vorige Amerikaanse presidentsverkiezingen en kan je het beschouwen als hun welgemeende ‘fuck you’ naar Donald Trump toe. Op de achtergrond lopen synchroon filmfragmenten mee die hun muziek ook visueel in de verf zetten. Hier staat een project waarover is nagedacht. Tijdens dit nummer gaat Maarten loos op zijn gitaar en speelt hij alsof zijn leven ervan afhangt. Mooi om te zien ook hoe beiden op mekaar zijn ingespeeld en mekaar enkel door een veelzeggende blik muzikaal lijken te verstaan. Afsluiten doen ze in stijl met ‘Moon Shaped Sound’ – een eerbetoon aan hun beider muzikale held David Bowie – en ‘Il Est Où Le Manchot?’. We kunnen vaststellen dat ze in een positieve flow zitten en dit komt hun muziek en hun live performance enkel ten goede. Dit alles geeft hoop voor de toekomst. De tweede band van de avond tapt uit een heel ander vaatje. Eriksson Delcroix ontstond in 2014 toen het koppel besloot onder eigen naam een project op te starten wat hen meteen een nominatie voor de MIA’s opleverde. Ze komen hier hun nieuwste album ‘Riverside Hotel’ – een hotel dat echt bestaat en zich ergens in de buurt van Clarksdale, Mississippi bevindt - voorstellen. Dit album kwam tot stand toen Bjorn Eriksson en zijn eega een roadtrip door de zuidelijke staten van Amerika maakten en hierbij alle muzikale brandhaarden in de regio ging bezoeken. Zo horen we invloeden van blues, country, bluegrass, americana en zelfs cajun doorklinken in hun veelzijdig repertoire. Bijgestaan door vijf klasbakken leiden Nathalie en Bjorn ons doorheen hun muzikale wereld. Bjorn is een hele straffe gitarist, vooral op dobro en slide, die heel wat stijlen aankan. Hij wordt perfect aangevuld door Elko Blijweert ook op gitaar die heerlijke ‘fill ins’ mag ten toon spreiden. Alain Rylant en Peter Pask op respectievelijk drums en bas leggen een solide basis waarop de andere muzikanten lekker loos kunnen gaan. Tim Coenen op tweede drum en allerlei percussie is dan weer het ideale breekijzer die zorgt voor frivoliteit. Karl Eriksson vader en schoonvader van, is dan weer subliem op accordeon, gitaar en banjo. Hij zorgt ook voor de humoristische noot als hij al zijn duivels mag ontbinden in de meer cajun gerichte nummers. Hilarisch is zijn verschijning als voodoo hogepriester in het nummer ‘La Danse De Mardi Gras’. Nathalie van haar kant is een klasse apart. Haar muzikaal verleden bij o.a. Laïs zal hier niet vreemd aan zijn. Zij weet de nummers mooi naar haar hand te zetten en haar stemtimbre leent zich uitermate goed voor dit genre. En zo volgt het ene hoogtepunt het andere op. ‘Flat Earth Blues’ bijvoorbeeld met die rusteloze samenzang tussen Nathalie en Bjorn, of ‘Les Ti Blondes’ – een nummer in de taal van Molière - waarin Nathalie haar partner bijstaat met gepast gezongen interventies en die het nummer naar een hoger niveau tillen. Er is heel wat belangstelling, de Casino is goed gevuld en de eerste rijen raken zowaar aan het dansen. Veelzijdigheid troef. Dit komt nog maar eens tot uiting als Bjorn zijn liefde voor de bluegrassmuziek met ons deelt en hij een intermezzo in de set inbouwt waarbij hij geholpen door Elko op gitaar en zijn vader op banjo al zittend op stoelen een soort van mini bluegrass concertje aflevert. Nog maar eens een bewijs dat ze van alle markten thuis zijn. Heel het zuidelijke Amerikaanse muzikale landschap komt aan bod tijdens een optreden van Eriksson Delcroix en dit is net hun sterkte, hun uithangbord. Eindigen doen ze in ware New Orleans stijl wanneer alle muzikanten vooraan op het podium plaatsnemen en met een soort van ‘second line’ doorheen het publiek trekken. We wanen ons zo op één of andere straatparade in de Crescent City. Bij deze wil ik dan ook de festivalpromotors warm maken om deze band een kans te geven op hun evenement. Ze zullen het zich niet beklagen. Een band die zich danig weet te onderscheiden in het Belgisch muzieklandschap verdient gewoon deze kansen. Hou hen dus in de gaten en laat vooral de kans om hen ‘live’ aan het werk te zien niet ontsnappen. De bisronde wordt afgesloten met het aan Willie Dixon schatplichtige ‘My Babe’. Wreed content dat we deze fantastisch – en laat ons even chauvinistisch zijn Belgische – muzikale avond mochten meemaken. Bedankt Casino en vooral heel veel respect en bewondering voor de twee bands die deze avond mogelijk maakten. Wim ‘Huibbe’ Huybrechts Foto's An Saenen
|
|||
|